ECLI:NL:CRVB:2025:1729
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand wegens overschrijding van verblijf in het buitenland en schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 november 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de intrekking van bijstand van appellante door het college van burgemeester en wethouders van Roermond. Appellante ontving sinds 25 juli 2020 bijstand op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2024). Het college heeft de bijstand met ingang van 8 februari 2023 ingetrokken, omdat appellante langer dan vier weken in het buitenland verbleef zonder dit te melden, wat een schending van de inlichtingenverplichting inhoudt. Appellante heeft aangevoerd dat zij de inlichtingenverplichting niet heeft geschonden en dat er zeer dringende redenen waren voor haar verblijf in Spanje. De Raad heeft echter geoordeeld dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij haar vertrek naar Spanje had gemeld en dat de omstandigheden in Spanje geen acute noodsituatie vormden die de intrekking van bijstand onaanvaardbaar zou maken. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg, die het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond had verklaard. Het hoger beroep van appellante slaagt niet, en de intrekking van bijstand blijft in stand. Appellante krijgt geen vergoeding voor proceskosten en griffierecht.