Uitspraak
SAMENVATTING
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Omzet 21%’staan. Haar inkomsten inclusief BTW staan ook op de in bezwaar overgelegde 23 kwitanties. De maandelijks volgens de kwitanties ontvangen inkomsten corresponderen met de op de maandoverzichten vermelde inkomsten. De Raad volgt appellanten echter niet in hun stelling dat zij opgave hebben gedaan van deze werkzaamheden en de daaruit voortvloeiende inkomsten door opname in de maandoverzichten. Hiertoe wordt het volgende overwogen.
Is er iets veranderd in uw situatie sinds de vorige aanvraag?’ Appellante had bij de beantwoording van die vraag ‘
ja’ in plaats van ‘
nee’moeten aankruisen en daarbij moeten toelichten dat zij sinds juni 2020 huishoudelijke werkzaamheden is gaan verrichten en daaruit inkomsten is gaan ontvangen. Appellanten hebben dit nagelaten.
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak, voor zover daarbij is nagelaten het besluit van 25 januari 2022 ook te vernietigen met betrekking tot het besluit van 17 augustus 2021;
- vernietigt het besluit van 25 januari 2022 ook in zoverre;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van dit vernietigde deel van het besluit van 25 januari 2022 geheel in stand blijven;
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor het overige;
- veroordeelt het college in de proceskosten van appellanten tot een bedrag van € 3.628,-;
- bepaalt dat het college aan appellanten het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 186,- vergoedt.