ECLI:NL:CRVB:2025:1231
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering Wajong-uitkering en verzoek om herziening van eerdere besluiten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 augustus 2025 uitspraak gedaan over de weigering van een Wajong-uitkering aan appellant. Appellant had in 2010 een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, die in 2011 werd afgewezen omdat hij meer dan 75% van het minimumloon kon verdienen. In de jaren daarna heeft appellant herhaaldelijk aanvragen ingediend, waarbij hij stelde dat er nieuwe feiten waren die aanleiding gaven om terug te komen op de eerdere besluiten. De Raad oordeelde echter dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die de eerdere afwijzingen konden onderbouwen. De rechtbank had eerder het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde deze uitspraak. De Raad concludeerde dat er geen toegenomen arbeidsongeschiktheid was vastgesteld binnen vijf jaar na de 18e verjaardag van appellant, en dat de eerdere beoordelingen van zijn situatie correct waren. Appellant had geen recht op een Wajong-uitkering en het verzoek om herziening werd afgewezen. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende medische onderbouwing en de noodzaak om nieuwe feiten aan te tonen bij herhaalde aanvragen.