ECLI:NL:CRVB:2023:1237
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep wegens termijnoverschrijding bij indienen gronden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 juni 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzet tegen een eerdere uitspraak van 15 juni 2022. In die eerdere uitspraak werd het beroep van de appellant niet-ontvankelijk verklaard omdat de gronden van het beroepschrift niet tijdig waren ingediend. De gemachtigde van de appellant heeft echter verklaard dat zij de gronden digitaal heeft geprobeerd in te dienen, maar dat zij tijdens het indienen te maken kreeg met verschillende storingsmeldingen. Hierdoor was het niet mogelijk om de gronden tijdig in te dienen. Op de eerstvolgende werkdag heeft de gemachtigde de gronden alsnog ingediend via de digitale postkamer.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs is dat de gemachtigde van de appellant te maken had met technische belemmeringen op de momenten dat zij probeerde de gronden in te dienen. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is. Daarom heeft de Raad het verzet gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak van 15 juni 2022 vervalt en dat het onderzoek in de oorspronkelijke stand wordt voortgezet.
Daarnaast heeft de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) de verplichting om € 759,- aan proceskosten te vergoeden aan de appellant. Het is ook vermeld dat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel kan worden ingediend.