ECLI:NL:CRVB:2023:1237

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
15 juni 2023
Publicatiedatum
29 juni 2023
Zaaknummer
22/551 ZW-PV-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep wegens termijnoverschrijding bij indienen gronden

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 juni 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzet tegen een eerdere uitspraak van 15 juni 2022. In die eerdere uitspraak werd het beroep van de appellant niet-ontvankelijk verklaard omdat de gronden van het beroepschrift niet tijdig waren ingediend. De gemachtigde van de appellant heeft echter verklaard dat zij de gronden digitaal heeft geprobeerd in te dienen, maar dat zij tijdens het indienen te maken kreeg met verschillende storingsmeldingen. Hierdoor was het niet mogelijk om de gronden tijdig in te dienen. Op de eerstvolgende werkdag heeft de gemachtigde de gronden alsnog ingediend via de digitale postkamer.

De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs is dat de gemachtigde van de appellant te maken had met technische belemmeringen op de momenten dat zij probeerde de gronden in te dienen. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is. Daarom heeft de Raad het verzet gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak van 15 juni 2022 vervalt en dat het onderzoek in de oorspronkelijke stand wordt voortgezet.

Daarnaast heeft de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) de verplichting om € 759,- aan proceskosten te vergoeden aan de appellant. Het is ook vermeld dat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel kan worden ingediend.

Uitspraak

22/551 ZW-PV-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het verzet tegen de uitspraak van 15 juni 2022 van de Centrale Raad van Beroep (22/551 ZW).
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
Datum uitspraak: 15 juni 2023
Zitting heeft: J.C. Boeree, als lid van de enkelvoudige kamer
Griffier: O.N. Haafkes
Ter zitting is mr. K.E.J. Dohmen verschenen namens appellant. Appellant is verschenen via beeldbellen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. P.C.P. Heijnen-Veldman

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet gegrond.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

In de uitspraak van 15 juni 2022 heeft de Raad het door gemachtigde van appellant ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat de gronden van het beroepschrift niet tijdig waren ingediend.
Gemachtigde van appellant heeft verklaard dat zij de gronden heeft geprobeerd digitaal in te dienen. Op de momenten dat gemachtigde van appellant probeerde gronden in te dienen kreeg zij verschillende storingsmeldingen. Gemachtigde van appellant heeft de gronden op de eerst volgende werkdag via de digitale postkamer ingediend.
Uit de stukken die gemachtigde van appellant heeft overgelegd en het onderzoek van de Raad bij het Klantcontactcentrum is voldoende aannemelijk geworden dat op de momenten dat gemachtigde van appellant haar gronden probeerde in te dienen sprake was van technische belemmeringen. Gemachtigde van appellant heeft daarna zo spoedig mogelijk, op de eerst volgende werkdag, alsnog de gronden ingediend, zodat de termijnoverschrijding verschoonbaar is. Dat betekent dat het verzet gegrond wordt verklaard. Dit betekent dat de uitspraak van 15 juni 2022 vervalt en dat het onderzoek wordt voorgezet in de stand waarin het zich bevond.
De Raad van bestuur van het Uwv moet € 759.- aan proceskosten vergoeden aan appellant.
Op zitting is meegedeeld dat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel kan worden ingediend.
Waarvan proces-verbaal
De griffier. De voorzitter.
(getekend) O.N. Haafkes (getekend) J.C. Boeree