ECLI:NL:CRVB:2025:1177
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- P.W. van Straalen
- H.Z. Şipal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om bijstand en toekenning met ingang van de datum melding in het kader van de Participatiewet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 juli 2025 uitspraak gedaan over de afwijzing van een aanvraag om bijstand ingevolge de Participatiewet door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Voorne aan Zee. De appellant, die bijstand aanvroeg, beschikte over een vermogen dat boven het voor haar geldende vrij te laten vermogen lag. De Raad oordeelde dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat een schuld aan haar broer daadwerkelijk een lening betrof, omdat er geen objectief bewijs was voor de terugbetalingsverplichting. De rechtbank had eerder de beroepen van de appellant ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde deze uitspraken. De appellant had ook verzocht om bijstand met terugwerkende kracht, maar de Raad oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die dit rechtvaardigden. De uitspraak benadrukt dat het aan de betrokkene is om aannemelijk te maken dat er sprake is van bijzondere omstandigheden die een afwijking van de standaard ingangsdatum van bijstand rechtvaardigen. De Raad concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag en de toekenning van bijstand met ingang van 10 augustus 2022 in stand blijven, en dat de appellant geen proceskostenvergoeding ontvangt.