ECLI:NL:CRVB:2025:1041
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering Wajong-uitkering wegens laattijdige aanvraag en onvoldoende medische onderbouwing
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 juli 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een Wajong-uitkering aan appellante. Appellante, geboren in 1971, had in 2015 en opnieuw in 2022 een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, maar het Uwv weigerde deze aanvragen. De Raad oordeelde dat appellante niet kon aantonen dat zij op haar zeventiende en achttiende verjaardag, en in de vijf jaren daarna, beperkingen ondervond die haar als jonggehandicapte kwalificeerden. De rechtbank had eerder het beroep van appellante tegen de beslissing van het Uwv ongegrond verklaard. De Raad bevestigde deze uitspraak, waarbij werd opgemerkt dat de medische informatie die appellante had overgelegd onvoldoende was om haar beperkingen in de relevante periode vast te stellen. De Raad benadrukte dat het Uwv niet kon worden verplicht om een Functionele Mogelijkhedenlijst op te stellen zonder voldoende medische gegevens. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en appellante kreeg geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.