ECLI:NL:CRVB:2024:867
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de voortzetting van AOW-pensioen en AIO-aanvulling naar gehuwdennorm in het kader van duurzaam gescheiden leven
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de voortzetting van het ouderdomspensioen op grond van de AOW en de AIO-aanvulling van appellant. De Raad heeft geoordeeld dat de Sociale verzekeringsbank (Svb) terecht het AOW-pensioen en de AIO-aanvulling van appellant ongewijzigd heeft voortgezet naar de gehuwdennorm. Appellant en zijn echtgenote wonen niet samen, maar de Raad heeft vastgesteld dat er nog steeds sprake is van een financiële verstrengeling en een zekere mate van contact tussen hen, wat in de weg staat aan de vaststelling van duurzaam gescheiden leven. Appellant heeft in het verleden verzocht om als ongehuwd te worden aangemerkt, maar de Svb heeft dit verzoek afgewezen op basis van de feiten en omstandigheden die zijn onderzocht. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het besluit van de Svb ongegrond verklaard, en de Raad heeft deze uitspraak bevestigd. De Raad heeft benadrukt dat voor de beoordeling van duurzaam gescheiden leven niet alleen de woonomstandigheden van belang zijn, maar ook de financiële en sociale banden tussen de echtgenoten. De Raad concludeert dat appellant niet als duurzaam gescheiden kan worden aangemerkt, en bevestigt dat hij recht heeft op de AOW en AIO-aanvulling naar de gehuwdennorm.