ECLI:NL:CRVB:2024:81
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de Centrale Raad van Beroep in hoger beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring van herzieningsverzoek
Op 16 januari 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/3682 TONK. De Raad verklaarde zich onbevoegd om kennis te nemen van het hoger beroep dat was ingesteld door de appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 22 november 2022. In de aangevallen uitspraak had de voorzieningenrechter het verzoek van de appellant tot herziening van een eerdere uitspraak van 8 juni 2022 niet-ontvankelijk verklaard. De Raad oordeelde dat volgens vaste rechtspraak, zoals de uitspraak van 15 augustus 2017 (ECLI:NL:CRVB:2017:2804), er geen mogelijkheid is voor hoger beroep tegen een niet-ontvankelijkverklaring van een verzoek om herziening. Dit betekent dat de uitspraak van de rechtbank niet kan worden aangevochten in hoger beroep, waardoor de Raad zich onbevoegd verklaarde. De uitspraak werd gedaan door J.J. Janssen, met A. Giesen als griffier, en werd openbaar uitgesproken. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van het afschrift van de uitspraak schriftelijk verzet te doen.