Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
19 juni 2007 gewijzigd vastgesteld op 15 tot 25%. Uit een rapport van een verzekeringsarts van het Uwv van 21 februari 2007 dat aan dit besluit ten grondslag ligt, volgt dat de
WAO-uitkering van appellante is gebaseerd op beperkingen als gevolg van rug-, nek- en hoofdpijnklachten. Dit zijn de voor appellante in het kader van de WAO verzekerde klachten.
WAO-uitkering is gebaseerd. Op basis hiervan heeft het Uwv bij besluit van 13 december 2011 geweigerd de WAO-uitkering van appellante te herzien. Appellante heeft tegen dit besluit geen bezwaar gemaakt, zodat dit besluit in rechte vaststaat.
13 december 2011.
10 januari 2022 volgt namelijk dat zij met haar melding ook heeft beoogd om het Uwv opnieuw te laten kijken naar het besluit van 13 december 2011 en met haar melding dus niet alleen een beroep heeft gedaan op de regeling bij toegenomen arbeidsongeschiktheid. Ter zitting heeft de gemachtigde van appellante bevestigd dat de melding er ook toe strekt dat met terugwerkende kracht wordt teruggekomen van het besluit van 13 december 2011, dan wel dat van dat besluit wordt teruggekomen voor de toekomst. Omdat een beoordeling door het Uwv van deze twee onderdelen nog niet had plaatsgevonden, is het onderzoek na afloop van de zitting heropend. Vervolgens heeft de Raad het Uwv met een brief van 14 november 2023 verzocht om een verzekeringsarts bezwaar en beroep te laten beoordelen of de melding, inclusief de door appellante in bezwaar overgelegde medische informatie, aanleiding geeft om terug te komen van het besluit van 13 december 2011 met ingang van de datum waarop dat besluit zag (artikel 4:6 van de Awb), dan wel om van dat besluit terug te komen voor de toekomst (duuraanspraak).
Het oordeel van de Raad
WAO-uitkering van appellante op grond van artikel 39a van de WAO te herzien, omdat het door appellante gestelde moment van toegenomen arbeidsongeschiktheid, 24 september 2021, niet is gelegen binnen vijf jaar na de datum van herziening van die uitkering per 19 juni 2007. Appellante heeft deze weigering in hoger beroep niet betwist.
13 december 2011, met ingang van de datum waarop dat besluit ziet. Het Uwv heeft zich in hoger beroep, onder verwijzing naar het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 11 december 2023, op het standpunt gesteld dat er met overeenkomstige toepassing van artikel 4:6, tweede lid, van de Awb geen reden bestaat om terug te komen van dat besluit.
13 december 2011, met ingang van de datum van die melding, 24 september 2021. Het is daarbij aan appellante om feiten of omstandigheden te vermelden die aanleiding kunnen geven tot een ander, voor haar gunstiger, besluit dan het besluit van 13 december 2011. Hierbij zijn met name feiten en omstandigheden relevant die – ten minste ook – zien op de voor dat besluit geldende beoordelingsdatum.