ECLI:NL:CRVB:2024:555
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning en uitbetaling van WW-uitkering; verhaal op gemeente als werkgever; geen verwijtbare werkloosheid
In deze zaak gaat het om de toekenning en uitbetaling van een WW-uitkering aan betrokkene, die als gemeenteambtenaar bij de gemeente Voorst werkzaam was. De Centrale Raad van Beroep heeft op 20 maart 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. Het college van burgemeester en wethouders van Voorst betwistte de toekenning van de WW-uitkering door het Uwv, stellende dat betrokkene verwijtbaar werkloos was geworden. De Raad oordeelt echter dat het Uwv terecht de WW-uitkering heeft toegekend en uitbetaald, omdat de gemeente het initiatief heeft genomen om de dienstbetrekking te beëindigen. Betrokkene heeft in dit proces geen verwijtbare rol gespeeld, ondanks haar medewerking aan een minnelijke regeling. De Raad bevestigt dat de beëindiging van de dienstbetrekking niet op verzoek van betrokkene heeft plaatsgevonden, maar op initiatief van het college. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.