Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 14 december 2022 ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak staat de herziening van het AOW-pensioen van betrokkene centraal. De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft het pensioen van betrokkene herzien van een gehuwdenpensioen naar een ongehuwdenpensioen, omdat betrokkene had aangegeven duurzaam gescheiden te leven van zijn echtgenote. De rechtbank Amsterdam oordeelde echter dat er sprake was van duurzaam gescheiden leven en vernietigde het besluit van de Svb. De Svb ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de herziening van het AOW-pensioen terecht was. De Raad oordeelde dat betrokkene en zijn echtgenote niet duurzaam gescheiden leven, gezien de financiële verstrengeling en het contact tussen hen. Betrokkene en zijn echtgenote zijn samen eigenaar van woningen in Nederland en Frankrijk, en betrokkene betaalt maandelijks een bedrag aan zijn echtgenote. De Raad concludeert dat de omstandigheden niet wijzen op een situatie waarin betrokkene en zijn echtgenote een eigen leven leiden alsof zij niet met elkaar gehuwd zijn.
De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd en het beroep tegen het besluit van de Svb wordt ongegrond verklaard. Dit betekent dat de herziening van het AOW-pensioen in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 14 maart 2024.