ECLI:NL:CRVB:2024:2267
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering toekenning Wajong-uitkering en duurzaamheid van arbeidsvermogen
In deze zaak gaat het om de weigering van het Uwv om appellant een Wajong-uitkering toe te kennen. Appellant stelt dat hij op 29 april 2021, de datum van zijn aanvraag, duurzaam niet over arbeidsvermogen beschikte. De Centrale Raad van Beroep oordeelt echter dat het Uwv terecht heeft geweigerd de uitkering toe te kennen. De Raad concludeert dat de besluitvorming zorgvuldig is geweest en dat er geen twijfel bestaat over de juistheid van de medische beoordeling. Appellant heeft ADHD en gedragsproblemen, maar het Uwv heeft vastgesteld dat zijn situatie niet duurzaam is. De Raad wijst erop dat appellant geen nieuwe medische informatie heeft overgelegd die zijn standpunt ondersteunt. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het Uwv een zorgvuldig medisch onderzoek heeft uitgevoerd en dat er mogelijkheden tot verbetering van appellants situatie zijn. De Raad bevestigt deze uitspraak en wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat het hoger beroep niet slaagt. De Raad benadrukt dat appellant voldoende gelegenheid heeft gehad om zijn standpunt te onderbouwen, maar dat hij hierin niet is geslaagd.