Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
De uitspraak van de rechtbank
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 3 augustus 2023 ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 juli 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de Sociale verzekeringsbank (Svb) over de afwijzing van een AOW-pensioen aanvraag van appellante, die gebaseerd was op de huwelijkse tijdvakken van haar overleden echtgenoot. De Svb had eerder de aanvraag afgewezen, omdat de verzekerde periode korter was dan een jaar. De rechtbank Amsterdam had de afwijzing vernietigd, maar de Svb handhaafde zijn standpunt in een nieuw besluit. De Raad oordeelde dat de Svb voldoende en zorgvuldig onderzoek had verricht en dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die de afwijzing konden rechtvaardigen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep tegen het nieuwe besluit ongegrond. Appellante had geen recht op AOW-pensioen omdat de verzekerde periode niet voldeed aan de wettelijke eisen.