Uitspraak
18 december 2013, 13/1156 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
21 januari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP1466 en 4 maart 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP6285.
14 augustus 2012 een WAO-uitkering (80/100%) heeft ontvangen, niet beschikbaar hoefde te zijn voor de Nederlandse arbeidsmarkt en gebruik heeft gemaakt van zijn vrijheid om zich naar [woonplaats] te begeven en te daar verblijven.
15 februari 2013, ECLI:NL:CRVB:2013:BZ1207, volgt dat bij besluiten op aanvraag de bewijslast voor de feiten die tot het nemen van de gevraagde besluiten leiden, in hoofdzaak bij de aanvrager ligt en voor deze bewijslastverdeling te meer grond is indien de te bewijzen feiten liggen binnen de invloedsfeer van de aanvrager. Anders dan appellant heeft betoogd, is het oordeel van de rechtbank en de rechtspraak van de Raad over de bewijslastverdeling in overeenstemming met de – door appellant aangehaalde – rechtspraak van de Hoge Raad over het begrip ingezetene.
25 juli 2012 van appellant – die de Svb via de Belgische Rijksdienst voor Pensioenen heeft ontvangen – is een adres in de Belgische plaats Lanaken als adres vermeld. Onder de hiervoor genoemde omstandigheden, is het aanhouden van een postadres onvoldoende om aan te nemen dat appellant vanaf 13 oktober 2004 in Nederland woonde.
31 december 2005. In artikel 11 van KB 720 en – met ingang van 28 december 2012 – in artikel 35, derde lid, aanhef en onder f, van de AOW, in verbinding met artikel 40 van de AOW, is de voortzetting van deze vrijwillige verzekering over een periode vanaf
1 januari 2006 geregeld.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 18 februari 2013 gegrond en vernietigt dit besluit;
- draagt de Svb op een nieuwe beslissing op het bezwaar te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
- veroordeelt de Svb in de kosten van appellant tot een bedrag van € 1.488,-;
- bepaalt dat de Svb aan appellant het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 162,- vergoedt.
H.J. Simon, in tegenwoordigheid van G.J. van Gendt als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 21 oktober 2016.
’s-Gravenhage) ter zake van schending of verkeerde toepassing van bepalingen over het begrip ingezetene.