Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de Raad
.Appellant had dan ook al in een bezwaar tegen het besluit van 27 februari 2019 kunnen aanvoeren dat hij in aanmerking wilde komen voor een bindingspremie voor een langere termijn dan één jaar. Zoals uit de stukken blijkt, en door appellant ook ter zitting is bevestigd, heeft hij er destijds echter bewust voor gekozen tegen die duur geen bezwaar te maken. Appellant kon zich namelijk vinden in de op vliegbasis [Vestigingsplaats] gemaakte keuze om jaarlijks een bindingspremie aan te vragen. Dat appellant vervolgens na 2019 niet meer in aanmerking is gebracht voor een bindingspremie, terwijl collega's op andere vliegbases nog voor langere tijd aanspraak hadden op een bindingspremie, maakt niet dat sprake is van een nieuw feit dat er toe had moeten leiden dat van het eerdere besluit moest worden teruggekomen.
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- veroordeelt de commandant in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 3.500,-;
- bepaalt dat de commandant het in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 320,- aan appellant vergoedt.