ECLI:NL:CRVB:2024:1981
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering om terug te komen van een besluit tot afwijzing van een WAZ-uitkering
In deze zaak gaat het om de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om terug te komen van een besluit van 2 mei 2006, waarbij de aanvraag van appellant voor een WAZ-uitkering werd afgewezen. Appellant heeft in de loop der jaren meerdere verzoeken ingediend om dit besluit te herzien, met de stelling dat er nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn. De Centrale Raad van Beroep heeft op 17 oktober 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 5 juli 2023. De Raad oordeelt dat het Uwv terecht heeft geweigerd om van het besluit van 2 mei 2006 terug te komen, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die aanleiding geven tot herziening van het besluit. De Raad volgt de argumenten van het Uwv en de rechtbank, waarbij wordt gesteld dat de medische informatie die door appellant is ingebracht, niet als nieuw kan worden aangemerkt. De Raad concludeert dat de eerdere beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van appellant correct was en dat de afwijzing van de WAZ-uitkering in stand blijft. Appellant krijgt geen proceskostenvergoeding omdat het hoger beroep niet slaagt.