Uitspraak
PROCESVERLOOP
.Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door T. Koopman.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de vraag of de Centrale Raad van Beroep terecht heeft geoordeeld dat het college van burgemeester en wethouders van Hof van Twente het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk heeft verklaard. Appellante had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college, waarin haar maatwerkvoorziening voor huishoudelijke ondersteuning werd gewijzigd. Het college verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank Overijssel, die het beroep van appellante ongegrond verklaarde. De Raad oordeelt dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, en dat er geen aanleiding was om artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) toe te passen. De Raad concludeert dat appellante op de hoogte was van de inhoud van de maatwerkvoorziening en dat het niet tijdig indienen van het bezwaarschrift aan haar kan worden toegerekend. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en appellante krijgt geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.