Uitspraak
PROCESVERLOOP
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door J.R. Beukema, hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het hoger beroep werd ingetrokken nadat het Uwv op 2 augustus 2023 een gewijzigde beslissing op bezwaar had genomen, waarmee het tegemoetkwam aan de bezwaren van appellante. De Raad voor de Rechtspraak heeft in deze uitspraak de schadevergoeding behandeld die appellante vorderde wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De Raad oordeelde dat de redelijke termijn met bijna drie jaar was overschreden, wat leidde tot een schadevergoeding van € 3.000,-. De Raad heeft de Staat der Nederlanden en het Uwv veroordeeld tot betaling van respectievelijk € 2.916,67 en € 83,33 aan appellante. Daarnaast werd het verzoek om vergoeding van wettelijke rente toegewezen en werden de proceskosten van appellante in hoger beroep vastgesteld op € 5.531,85 voor het Uwv en € 218,75 voor de Staat. De uitspraak werd gedaan op 19 juni 2024.