ECLI:NL:CRVB:2023:952
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vergoeding van kosten van rechtsbijstand in bezwaar bij evidente fout door college
In deze zaak gaat het om de vraag of het college terecht het verzoek om vergoeding van de in bezwaar gemaakte kosten van rechtsbijstand heeft afgewezen. De Raad herhaalt dat kosten van een professionele rechtshulpverlener in beginsel als redelijkerwijs gemaakt worden aangemerkt en voor vergoeding in aanmerking komen. Echter, in dit specifieke geval heeft het college de kosten niet hoeven vergoeden vanwege bijzondere omstandigheden. Het college had een evidente fout gemaakt in het besluit van 7 november 2019, maar deze fout had eenvoudig hersteld kunnen worden door een telefonisch bericht. De Raad oordeelt dat de bewindvoerder, die ook juridisch adviseur is, had kunnen volstaan met een telefoontje om de fout te corrigeren. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het bestreden besluit in stand gelaten, wat de Raad bevestigt. De Raad concludeert dat de kosten van rechtsbijstand in dit geval niet voor vergoeding in aanmerking komen, omdat het maken van bezwaar niet noodzakelijk was en de fout zonder bezwaar automatisch hersteld zou zijn. De uitspraak bevestigt dat de kosten van rechtsbijstand in eenvoudige zaken niet altijd vergoed hoeven te worden, vooral als de bewindvoerder zelf in staat was om de fout te verhelpen zonder juridische stappen te ondernemen.