ECLI:NL:CRVB:2012:BX1005
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herroeping van besluit inzake bijzondere bijstand en proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 juli 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Breda. De zaak betreft een geschil over de toekenning van bijzondere bijstand in de vorm van een geldlening voor de kosten van een huurschuld. Appellant, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.J.M. Boot, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Roosendaal, dat zijn verzoek om vergoeding van kosten in bezwaar ongegrond had verklaard. De rechtbank had het beroep van appellant gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, maar had nagelaten het college te veroordelen in de proceskosten van appellant.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het college onrechtmatig had gehandeld door in strijd met zijn eigen beleid een onredelijk aflossingsbedrag vast te stellen. De Raad herroept het besluit van 3 maart 2009, dat de aflossingsverplichting van appellant op 1 maart 2009 had vastgesteld, en bepaalt dat deze ingaat zodra appellant zijn schuld aan het CJIB niet meer aflost. De Raad oordeelt verder dat de kosten van professionele rechtshulp redelijkerwijs zijn gemaakt en dat het college in de proceskosten van appellant moet worden veroordeeld. De totale kosten worden begroot op € 759,--, en het college moet ook het griffierecht van € 111,-- vergoeden.
De uitspraak benadrukt het belang van het volgen van eigen beleid door bestuursorganen en de noodzaak om redelijke kosten van rechtsbijstand te vergoeden in gevallen van onrechtmatigheid.