Uitspraak
engeen enkele band meer heeft met de bevoegde lidstaat. [4] Is er nog wel een in aanmerking te nemen band met de bevoegde lidstaat, dan is er hooguit sprake van gedeeltelijke werkloosheid.
De aangevallen uitspraak zal worden vernietigd voor zover aangevochten. Verder zal het bestreden besluit worden vernietigd, voor zover bij dit besluit is geweigerd om appellant per 16 oktober 2018 een werkloosheidsuitkering toe te kennen. Het Uwv zal worden opgedragen om met inachtneming van deze uitspraak een nieuw besluit op bezwaar te nemen. De Raad acht het niet mogelijk om bij deze uitspraak zelf in de zaak te voorzien, omdat de Raad niet over voldoende gegevens beschikt om de WW-uitkering van appellant zelf vast te stellen. Wel zal de Raad bepalen dat tegen het door het Uwv te nemen nieuwe besluit alleen bij de Raad beroep kan worden ingesteld.
- vernietigt de aangevallen uitspraak, behalve voor zover die betrekking heeft op de vergoeding van proceskosten en griffierecht;
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor het overige;
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit, voor zover bij dit besluit is geweigerd om appellant per 16 oktober 2018 een werkloosheidsuitkering toe te kennen;
- draagt het Uwv op een nieuw besluit op bezwaar te nemen met inachtneming van deze uitspraak en bepaalt dat beroep tegen dit besluit alleen bij de Raad kan worden ingesteld;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant tot een bedrag van in totaal € 2.689,50;
- bepaalt dat het Uwv aan appellant het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 134,- vergoedt.
Uit de WW
Artikel 191. Geen recht op uitkering heeft de werknemer die:
Uit de Basisverordening
HOOFDSTUK 6 - Werkloosheidsuitkeringen