In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering aan appellant. Appellant had zich op 1 februari 2014 ziek gemeld vanuit een dienstbetrekking bij [X B.V.]. Na een onderzoek door het Uwv, dat concludeerde dat appellant niet verzekerd was voor de werknemersverzekeringen, zijn zijn uitkeringen ingetrokken. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij wel loon heeft ontvangen en dat er sprake was van een privaatrechtelijke dienstbetrekking. De rechtbank had eerder geoordeeld dat appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij daadwerkelijk arbeid had verricht en dat er geen gezagsverhouding was. De Centrale Raad bevestigde deze uitspraak en oordeelde dat appellant niet had aangetoond dat hij als werknemer verzekerd was voor de werknemersverzekeringen. De Raad benadrukte dat het aan appellant was om met controleerbare gegevens aan te tonen dat hij recht had op een WIA-uitkering, wat hij niet had gedaan. De aangevallen uitspraak werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.