Uitspraak
22 268 WW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
3 januari 2019 ziekgemeld. Tot 12 augustus 2019 ontving appellante via de werkgever ziekengeld. Vanaf 12 augustus 2019 heeft de werkgever het ziekengeld niet meer betaald.
4 juli 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:2014 en van 25 augustus 2022, ECLI:NL:CRVB:2022:1890), staat in geval van faillissement van een werkgever vast dat in ieder geval per de datum van de faillietverklaring sprake was van betalingsonmacht. Wanneer er geen sprake is van een faillissement, is het aan de werknemer om aannemelijk te maken dat zijn werkgever verkeerde in een situatie van betalingsonmacht. In dit geval heeft het Uwv, onder toepassing van artikel 64, tweede lid, van de WW het moment van intreden van betalingsonmacht niet in laten gaan op het moment waarop de arbeidsovereenkomst werd opgezegd, maar op het moment van de aanvraag van de werkgever tot de WSNP, zijnde
12 december 2019.
12 december 2019, verkeerde in een blijvende toestand van opgehouden hebben te betalen als omschreven in artikel 61 van de WW (betalingsonmacht).