4.4.1.Artikel 29b, eerste lid, van het Bbp luidt als volgt:
“In dit hoofdstuk wordt onder ambtenaar verstaan: ambtenaar, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van het Besluit algemene rechtspositie politie, die op 31 december 2020 in dienst was.”
4.4.2.Artikel 29c van het Bbp luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
“[…]
2. Een ambtenaar heeft aanspraak op de uitkering, bedoeld in artikel 29d, indien hij uiterlijk op 31 december 2025 voldoet aan de voorwaarden genoemd in het derde lid en hij
op 1 januari 2021 ten minste de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt, of
de leeftijd van 65 jaar bereikt in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025, vanaf het moment dat hij die leeftijd bereikt.
3. De ambtenaar, bedoeld in het tweede lid, is ten minste 35 jaren in politiedienst werkzaam waarvan in totaal ten minste 25 jaren:
a. aangesteld als ambtenaar voor de uitvoering van de politietaak, of
b. aangesteld als ambtenaar voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie in een functie in het domein uitvoering, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Regeling vaststelling LFNP, met uitzondering van de functie Chef Vlieger.
4. Bij de berekening van de 25 jaren, bedoeld in het derde lid, blijft het eerste jaar dat de ambtenaar was aangesteld als aspirant buiten beschouwing.
[…]
6. Als diensttijd in politiedienst doorgebracht worden mede aangemerkt die jaren waarin de ambtenaar aantoonbaar:
[…]
b. was aangesteld als buitengewoon opsporingsambtenaar van de Douane.”
Voldaan aan voorwaarden van de RVU?