ECLI:NL:CRVB:2023:315
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand na afwijzing aanvraag om bijstand
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 februari 2023 uitspraak gedaan over de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellant. Appellant ontving sinds 2 februari 2017 bijstand op grond van de Participatiewet (PW). Het college van burgemeester en wethouders van Dronten heeft de bijstand van appellant ingetrokken, omdat hij aanzienlijke bedragen van zijn moeder ontving, die als inkomsten werden aangemerkt. Appellant heeft aangevoerd dat deze bedragen leningen waren, maar de Raad oordeelde dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat het om leningen ging. De Raad heeft vastgesteld dat de bedragen die appellant ontving, variërend van € 700,- tot € 3.920,- per maand, als middelen in de zin van de PW moeten worden beschouwd. De Raad heeft het beroep op het vertrouwensbeginsel verworpen, omdat appellant niet kon aantonen dat het college toezeggingen had gedaan die hem deden geloven dat de bijschrijvingen van zijn moeder geen invloed zouden hebben op zijn recht op bijstand. De rechtbank had eerder de intrekking van de bijstand in stand gelaten en de Raad bevestigde deze uitspraak. De terugvordering van de bijstand werd ook gehandhaafd, omdat appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij in bijstandbehoevende omstandigheden verkeerde.