ECLI:NL:CRVB:2023:2345
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- S.B. Smit-Colenbrander
- K.M. Geerman
- Rechtspraak.nl
Weigering van Wajong-uitkering met terugwerkende kracht door het Uwv
In deze zaak gaat het om de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om aan appellante een Wajong-uitkering met terugwerkende kracht toe te kennen vanaf haar achttiende levensjaar. Appellante had in 2012 een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, die op 6 juli 2012 inging. In 2019 verzocht zij om de uitkering met terugwerkende kracht toe te kennen, maar het Uwv weigerde dit, omdat de uitkering pas ingaat zestien weken na de aanvraag. Appellante maakte bezwaar, maar het Uwv handhaafde zijn standpunt. De rechtbank Rotterdam verklaarde het beroep van appellante ongegrond, waarna zij hoger beroep aantekende.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 25 oktober 2023. Appellante stelde dat er bijzondere omstandigheden waren die haar verhinderden om tijdig een aanvraag in te dienen. De Raad oordeelde echter dat het Uwv terecht had geweigerd om de Wajong-uitkering met terugwerkende kracht toe te kennen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en stelde vast dat de wetgeving geen ruimte biedt voor terugwerkende kracht in dit geval. De Raad verwees naar eerdere uitspraken die bevestigen dat het recht op arbeidsondersteuning en inkomensondersteuning niet met terugwerkende kracht kan worden toegekend. De uitspraak werd gedaan op 6 december 2023, waarbij appellante geen proceskostenvergoeding of terugbetaling van griffierecht ontving.