Uitspraak
22 469 WIA
28 december 2021, 21/191 (aangevallen uitspraak)
PROCESVERLOOP
[gemachtigde] verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. P. Nicolai.
OVERWEGINGEN
1.2. Nadat een medewerker van het Uwv op 17 juli 2017 een fraudemelding had ingediend, omdat was geconstateerd dat appellant werkzaamheden als cosmetisch arts verrichtte, heeft de afdeling directie Handhaving van het Uwv onderzoek verricht naar de rechtmatigheid van de aan appellant toegekende WIA-uitkering. Daartoe is onder meer dossieronderzoek, onderzoek op internet en onderzoek naar de financiën van appellant over 2012 tot 2018 gedaan, is een getuige gehoord, zijn waarnemingen verricht en hebben op 18 januari 2018 en 6 februari 2018 gesprekken met appellant plaatsgevonden. De resultaten van het onderzoek zijn neergelegd in een onderzoeksrapport van 20 februari 2018. Het Uwv heeft geconcludeerd dat op grond van de gegevens uit het onderzoeksrapport het niet mogelijk is om aan de hand daarvan te bepalen welke transacties van inkomsten en uitgaven nu wel of niet relevant zijn voor de vaststelling van het recht op uitkering. Op grond hiervan heeft het Uwv het recht op uitkering niet kunnen vaststellen.