ECLI:NL:CRVB:2023:1771
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de opgelegde maatregel op de WGA-uitkering in verband met onvoldoende medewerking aan re-integratieverplichtingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de opgelegde maatregel aan appellant, die een korting van 25% op zijn WGA-uitkering betreft. De maatregel is opgelegd door werkgever [A], die als eigenrisicodrager optreedt. De aanleiding voor de maatregel was het onvoldoende meewerken van appellant aan zijn re-integratieverplichtingen op grond van de Wet WIA. Appellant ontving sinds 12 november 2018 een WGA-uitkering, maar heeft herhaaldelijk niet voldaan aan verzoeken van de WGA-expert van De Goudse Verzekeringen om contact op te nemen en informatie te verstrekken.
De rechtbank Noord-Holland had eerder het beroep van appellant tegen het besluit van [A] ongegrond verklaard, waarbij werd geoordeeld dat de werkgever op goede gronden had besloten tot de korting van de uitkering. Appellant heeft in hoger beroep enkel de beroepsgronden herhaald die hij eerder had ingediend. De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en geoordeeld dat de maatregel terecht is opgelegd. De Raad heeft vastgesteld dat appellant niet voldoende heeft meegewerkt aan de re-integratie en dat de opgelegde maatregel in overeenstemming is met de wetgeving.
De Raad heeft verder opgemerkt dat de werkgever de maatregel heeft afgestemd op de ernst van de gedraging van appellant en dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de juistheid van het bestreden besluit. De uitspraak van de Centrale Raad bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en er is geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.