Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Samenvatting
Inleiding
ZW-beoordeling heeft een verzekeringsarts een telefonisch gesprek met appellante gevoerd. Deze arts heeft appellante belastbaar geacht met inachtneming van de beperkingen die zijn neergelegd in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 5 januari 2021. Een arbeidsdeskundige heeft vastgesteld dat appellante niet meer geschikt is voor haar laatste werk. De arbeidsdeskundige heeft vervolgens voor appellante functies geselecteerd. Het Uwv heeft bij besluit van 21 januari 2021 de ZW-uitkering van appellante met ingang van 22 februari 2021 beëindigd, omdat zij meer dan 65% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd.
SBC-codes. Appellante heeft haar zienswijze gegeven.
Het oordeel van de Raad
contra-expertise heeft ingebracht, zie de uitspraak van 8 maart 2023. [5] Uit het arrest Korošec volgt verder niet dat de rechter uit het oogpunt van equality of arms gehouden zou zijn in een situatie als hier aan de orde, waarin de verzekeringsarts bezwaar en beroep van het Uwv inzichtelijk de informatie van de behandelend artsen heeft betrokken, zodat deze door de rechter kan worden getoetst, een medisch deskundige te benoemen. Van een schending van het beginsel van equality of arms is dan ook geen sprake, zodat er geen aanleiding is om op die grond een deskundige te benoemen. De vraag of appellante financieel in staat is om een contra-expertise te laten opstellen kan daarom buiten beschouwing blijven.