ECLI:NL:CRVB:2023:1578
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling arbeidsongeschiktheid en WIA-uitkering na ziekte
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de arbeidsongeschiktheid van appellante, die zich ziekmeldde met psychische klachten. Appellante betwistte de medische beoordeling van het Uwv, dat haar arbeidsongeschiktheid op minder dan 35% had vastgesteld, en vroeg om inschakeling van een deskundige. De Raad oordeelde dat het Uwv terecht had vastgesteld dat appellante niet in aanmerking kwam voor een WIA-uitkering, omdat zij in staat was om meer dan 65% van haar maatmaninkomen te verdienen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, die het beroep van appellante ongegrond had verklaard. De rechtbank had geoordeeld dat er geen reden was om te twijfelen aan de medische beoordeling van het Uwv en dat het verzoek om een onafhankelijke deskundige terecht was afgewezen. De Raad onderschreef deze overwegingen en concludeerde dat appellante haar standpunt niet voldoende had onderbouwd met medische stukken. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een deugdelijke onderbouwing bij het betwisten van medische beoordelingen in het kader van arbeidsongeschiktheid.