Uitspraak
Samenvatting
Inleiding
Het oordeel van de voorzieningenrechter
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Centrale Raad van Beroep
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep wordt de afwijzing van een aanvraag om bijzondere bijstand voor homeopathische middelen beoordeeld. De verzoeker, die kampt met ernstige psychische problemen en suïcidale gevoelens, had bijzondere bijstand aangevraagd voor de kosten van homeopathische middelen, waaronder CBD-olie. Het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom had deze aanvraag afgewezen, met het argument dat er voorliggende voorzieningen zijn op basis van de Zorgverzekeringswet en andere wetten. De rechtbank had de afwijzing van het college in stand gelaten, waarop de verzoeker in hoger beroep ging.
De voorzieningenrechter oordeelt dat verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat er zeer dringende redenen zijn om de bijzondere bijstand te verlenen. De Raad stelt vast dat verzoeker met de overgelegde informatie niet heeft kunnen aantonen dat hij in een acute noodsituatie verkeert die alleen met bijstand kan worden verholpen. De stukken die verzoeker heeft ingediend, waaronder verklaringen van zijn huisarts en familieleden, zijn niet voldoende om de noodzaak van de bijstand te onderbouwen. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af. De redelijke termijn voor de procedure is niet overschreden, en er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.