ECLI:NL:CRVB:2023:1615
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens opheffing van appellante
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 augustus 2023 uitspraak gedaan over het hoger beroep van appellante tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Tilburg. Het college had op 20 februari 2020 besluiten genomen tot herziening van de verstrekking van een persoonsgebonden budget (pgb) aan verschillende budgethouders, waarbij werd bepaald dat deze hun pgb niet langer mochten besteden bij appellante. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar het college handhaafde deze besluiten in een beslissing op bezwaar van 17 juni 2020. Hierop heeft appellante beroep ingesteld bij de rechtbank, die het beroep ongegrond verklaarde.
Namens appellante heeft mr. J. Witvoet hoger beroep ingesteld, maar tijdens de zitting op 5 juli 2023 heeft het college aangevoerd dat appellante niet langer bestaat. S. van Gorp, de bestuurder van [X] B.V., heeft verklaard dat deze B.V. heeft besloten de stichting (appellante) te ontbinden en dat de vereffening heeft plaatsgevonden. De Raad heeft vastgesteld dat appellante ingevolge artikel 2:19, eerste lid, aanhef en onder a, van het Burgerlijk Wetboek is ontbonden. Er is geen verzoek tot heropening van de vereffening gedaan, wat betekent dat appellante is opgehouden te bestaan.
De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.