Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 29 april 2021 van de meervoudige kamer in de zaak tussen
stichting [eiseres] , te [plaatsnaam] , eiseres,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Feiten
2. Stelt [eiseres] niet in de gelegenheid een verbeterplan op te stellen.
3. Informeert de raad actief over dit besluit met bijgevoegde raadsbrief.”
Beroepsgronden
Regelgeving
Formele beoordeling door de rechtbank
Een tot de instelling gericht besluit, waartegen zij de Awb-rechtsmiddelen zou kunnen aanwenden, wordt dus niet genomen. Het oordeel over haar kwaliteit en de motivering ervan is uitsluitend te vinden in het tot de cliënte gerichte besluit.”
Inhoudelijke beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van de opgevraagde urenverantwoordingen per cliënt heeft eiseres van slechts vier cliënten urenverantwoordingen aangeleverd. Drie cliënten hebben zelf een urenverantwoording overhandigd aan de toezichthouder. Geconstateerd wordt dat [eiseres] in de urenverantwoordingen een te hoog tarief hanteert voor groepsbegeleiding, terwijl in sommige zorgovereenkomsten en sommige declaraties in de SVB Portal wel het juiste, lagere tarief wordt gehanteerd. Verder komen cliënten met een beschikking voor groepsbegeleiding geen van allen aan het aantal dagdelen waar zij recht op hebben. Bovendien werd bij de cliënten dagelijks een vast tarief voor bereikbaarheidsdienst in rekening gebracht (in totaal per week € 160,- per cliënt), terwijl niet is vastgelegd of medewerkers daadwerkelijk zijn opgeroepen. Er werd volgens het rapport een gemiddeld aantal uren gefactureerd in plaats van de daadwerkelijk geleverde uren. Ook declareerde [eiseres] indirecte uren (bijvoorbeeld voor administratie en overleg) apart, terwijl die in het uurtarief voor de begeleiding moeten zijn opgenomen.
Conclusie en proceskosten
Beslissing
Rechtsmiddel
BIJLAGE:
In het zevende lid, van de Verordening is bepaald dat het college nadere regels kan stellen aan de toegang tot en het gebruik van het persoonsgebonden budget.