Uitspraak
mr. Küçükünal verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door
A.M.M. Schalkwijk.
KR Kinderdagverblijven BV, Kinderopvang Jasmijn, Rose Meubelen, Stichting Elsa ChildCare, Stichting Final Learning en SPZ Consultancy op naam heeft gehad. De posities die appellante in deze bedrijven innam waren die van eigenaar, (mede-)bestuurder, directeur en secretaris/ penningmeester. Daarnaast heeft de inspecteur geconcludeerd dat appellante in enkele van deze bedrijven werkzaamheden heeft verricht en daaruit de volgende inkomsten heeft ontvangen. In 2014 heeft zij een totaalbedrag van € 25.450,00 ontvangen voor begeleiding en bemiddeling door SPZ Consultancy. In 2015 heeft zij een resultaat uit overige werkzaamheden van de bedrijven ontvangen van € 166.476,00 en in 2016 een resultaat van
€ 49.150,00. In 2017 heeft zij minimaal € 63.725,55 aan inkomsten ontvangen uit Stichting Final Learning.
WAO-uitkering van appellante, onder toepassing van artikel 44 van de WAO. Bij besluit van 19 maart 2019 heeft het Uwv vastgesteld dat appellante over de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2017 minder dan 15% arbeidsongeschikt wordt beschouwd in de zin van de WAO, in verband met haar inkomsten uit overige werkzaamheden. Het hieruit voortvloeiende bedrag van € 61.494,36 aan onverschuldigd betaalde WAO-uitkering heeft het Uwv van appellante teruggevorderd. Bij besluit van 22 maart 2019 heeft het Uwv dit bedrag bij appellante ingevorderd. Bij besluit van 14 april 2020 (bestreden besluit 1) heeft het Uwv de bezwaren van appellante tegen de besluiten van 19 maart 2019 en 22 maart 2019 ongegrond verklaard.
WAO-uitkering terecht van appellante ingevorderd, aldus de rechtbank. Verder heeft de rechtbank geen aanleiding gezien voor de conclusie dat het Uwv de betaling van de toeslag (lees: voorschot WAO-uitkering) met ingang van 1 april 2019 niet had mogen stopzetten.
Anticumulatie
Terugvordering
GGZ-instelling Altrecht en het verslag van de SEH psychiatrie, maar daaruit blijkt niet dat de psychische klachten van appellante zijn verergerd als gevolg van de terugvordering in maart 2019. Verwezen wordt naar het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 1 juli 2022.