Proceskosten
Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Awb bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 8:108, eerste lid, van de Awb is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
Op grond van artikel 8:88, aanhef en onder a, van de Awb is de bestuursrechter bevoegd op verzoek van een belanghebbende een bestuursorgaan te veroordelen tot vergoeding van de schade die de belanghebbende lijdt of zal lijden als gevolg van een onrechtmatig besluit.
Namens appellante is het hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar van 11 januari 2023 volledig aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen.
Het Uwv heeft in de gewijzigde beslissing op bezwaar van 11 januari 2023 te kennen geven de in bezwaar gemaakte kosten te vergoeden. In de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het Uwv veroordeeld in de door appellante gemaakte proceskosten. De Raad ziet dan ook (slechts) aanleiding om het Uwv te veroordelen in de kosten die appellante in verband met de behandeling van het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken.
De proceskosten voor verleende rechtsbijstand in hoger beroep worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op € 2.092,50 ,- (1 punt voor het indienen van het hogerberoepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, 0,5 punt voor het geven van een schriftelijke zienswijze na deskundigenonderzoek, à € 837,- per punt).
Appellante heeft in hoger beroep een deskundigenrapport ingezonden van 16 maart 2020 van verzekeringsarts D. Erdogan. Het verzoek om vergoeding van de kosten van dit rapport (€ 2.434,52) komt voor toewijzing in aanmerking.
De reiskosten in hoger beroep, bestaande uit de op het Formulier proceskosten genoemde reiskosten in verband met het bezoek aan de door de Raad benoemde deskundige ad € 42,56, komen voor vergoeding in aanmerking.
Het totaalbedrag van de te vergoeden proceskosten, bestaande uit de kosten voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand, deskundigenkosten en reiskosten, bedraagt € 4.569,58.
Voor vergoeding van het betaalde griffierecht kan appellante zich rechtstreeks tot het Uwv wenden.