ECLI:NL:CRVB:2023:1317
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beslissing op verzoek om wraking in hoger beroep inzake AOW-uitkering
Op 28 juni 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op een verzoek om wraking van de behandelend rechters in een hoger beroep dat door verzoekster was ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. Verzoekster had in dit hoger beroep een verzoek om wraking ingediend tegen de rechters die haar zaak behandelden, alsook tegen enkele griffiers en medewerkers van de griffie. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek om wraking niet in behandeling kan worden genomen, omdat het verzoek niet voldoet aan de vereisten zoals gesteld in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Wrakings- en verschoningsregeling. De wrakingskamer oordeelde dat verzoekster onvoldoende feiten of omstandigheden heeft aangedragen die zouden kunnen wijzen op een gebrek aan onpartijdigheid van de rechters. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden ondermijnen. Aangezien verzoekster geen concrete gronden heeft aangedragen, werd het verzoek om wraking afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.