ECLI:NL:CRVB:2023:1045
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om wraking in hoger beroep bestuursrechtelijke zaak
Op 6 juni 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een verzoek om wraking van de behandelend rechter in een hoger beroep. Verzoekster had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag van 9 december 2019. De Raad had verzoekster op 7 maart 2023 geïnformeerd dat de zitting op 28 maart 2023 zou plaatsvinden, maar verzoekster verzocht om uitstel, wat door de behandelend rechter werd afgewezen. Verzoekster heeft vervolgens op de dag van de zitting om wraking van de behandelend rechter verzocht, omdat zij niet in staat was om aanwezig te zijn vanwege een ooginfectie. De behandelend rechter heeft dit verzoek afgewezen en aangegeven niet in de wraking te berusten.
De Centrale Raad van Beroep overweegt dat wraking niet bedoeld is als rechtsmiddel tegen procedurele beslissingen. De Raad stelt vast dat verzoekster niet heeft voldaan aan de eis om een verklaring van een arts over te leggen bij haar verzoek om uitstel. De Raad concludeert dat de afwijzing van het verzoek om uitstel niet kan worden gezien als een blijk van vooringenomenheid van de rechter. De beslissing om het verzoek om wraking af te wijzen is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en is openbaar uitgesproken op 7 juni 2023.