Uitspraak
21 3885 WAJONG
26 oktober 2021, 21/226 (aangevallen uitspraak)
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong). Daarbij is vermeld dat appellante kampt met psychose en autisme en als gevolg daarvan met angst, depressieve gevoelens, prikkelgevoeligheid, vermoeidheid en problemen met concentratie en informatieverwerking. Bij de aanvraag is informatie gevoegd van de huisarts en van een kinder- en jeugdpsychiater. Hieruit blijkt dat appellante in maart 2015 een psychose heeft doorgemaakt, waarvoor zij tot 1 januari 2018 in behandeling is geweest en nog steeds medicatie heeft.
Bij besluit van 21 juli 2020 heeft het Uwv de aanvraag afgewezen omdat appellante nu geen arbeidsvermogen heeft, maar deze situatie niet duurzaam is. Appellante heeft nu geen arbeidsvermogen omdat zij door een ernstige stoornis van de aandacht niet aaneengesloten kan werken gedurende ten minste een periode van een uur. Volgens de verzekeringsarts is deze situatie niet duurzaam omdat appellante nog herstellende is van een recent doorgemaakte psychose, waarvoor zij nog in behandeling is. Daarnaast is bij appellante in augustus 2019 de diagnose autisme-spectrum-stoornis (ASS) vastgesteld waarvoor zij nog geen behandeling of gerichte ondersteuning heeft gekregen. Volgens de verzekeringsarts is er geen reden om aan te nemen dat appellante in de toekomst, als ze een uur aaneengesloten kan werken, niet
vier uur belastbaar zal zijn. De arbeidsdeskundige heeft geconcludeerd dat appellante basale werknemersvaardigheden heeft en dat zij een taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie. Appellante heeft van 2009 tot 2015 regulier onderwijs op havo-niveau gevolgd en daarvan een deelcertificaat behaald. Ook heeft appellante van januari 2017 tot december 2018 gewerkt als verkoopmedewerkster, waarmee zij in de praktijk heeft aangetoond over basale werknemersvaardigheden te beschikken en een taak in een arbeidsorganisatie te kunnen uitvoeren.
BESLISSING
Jonggehandicapte is de ingezetene die:
a. op de dag waarop hij achttien jaar wordt als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft; b. na de in onderdeel a bedoelde dag als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft en in het jaar, onmiddellijk voorafgaand aan de dag waarop dit is ingetreden, gedurende ten minste zes maanden studerende was.
Onder duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben wordt in dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen de situatie verstaan waarin de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie zich niet kunnen ontwikkelen.
“Stap 1 - voor de verzekeringsarts
De verzekeringsarts stelt vast of er sprake is van een progressief ziektebeeld. Als het antwoord bevestigend is, ontbreekt het arbeidsvermogen duurzaam. De beoordeling is afgerond.
De verzekeringsarts stelt vast of de situatie van cliënt aan beide volgende voorwaarden voldoet:
* er is sprake van een stabiel ziektebeeld zonder behandelmogelijkheden;
* de aandoening is zodanig ernstig dat geen enkele toename van bekwaamheden mag worden verwacht.
Als aan deze beide voorwaarden wordt voldaan, ontbreekt het arbeidsvermogen duurzaam. De beoordeling is afgerond.
De verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige stellen in gezamenlijk overleg vast of het ontbreken van arbeidsvermogen van de cliënt duurzaam is. Zij betrekken daarbij ten minste de volgende aspecten in onderlinge samenhang:
* het al dan niet ontbreken van mogelijkheden ter verbetering van de belastbaarheid;
* het al dan niet ontbreken van mogelijkheden tot verdere ontwikkeling;
* het al dan niet ontbreken van mogelijkheden tot toename van bekwaamheden.