Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
1 en 2 ongegrond verklaard.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de intrekking van bijstand van appellante, die sinds 5 maart 2013 bijstand ontving op grond van de Participatiewet (PW). De intrekking volgde na een rechtmatigheidsonderzoek waarbij appellante niet alle gevraagde gegevens had ingeleverd. Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven had appellante verzocht om bankafschriften en andere financiële gegevens, maar appellante heeft verklaard dat ze niet alle gevraagde gegevens heeft ingeleverd. De Raad oordeelde dat het college bevoegd was om de bijstand in te trekken, omdat appellante niet tijdig de gevraagde gegevens had verstrekt. De Raad kwam tot de conclusie dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat ze niet in staat was om de gegevens te verstrekken en dat haar persoonlijke omstandigheden geen grond vormden om van de intrekking af te zien. Daarnaast werd de aanvraag om bijstand die appellante indiende, buiten behandeling gesteld omdat zij ook daar niet alle benodigde informatie had verstrekt. De Raad bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank Oost-Brabant, die het beroep van appellante ongegrond had verklaard.