ECLI:NL:RBNHO:2024:428
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de geschiktheid van eiseres voor haar functie in het kader van de Wet WIA en de praktische schatting van haar resterende verdiencapaciteit
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, wordt het beroep van eiseres tegen een besluit van de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen beoordeeld. Eiseres, werkzaam als medewerker bij de Gemeente Haarlem, heeft een uitkering op grond van de Wet WIA aangevraagd na zich ziek te hebben gemeld. De rechtbank constateert dat er onduidelijkheid bestaat over de exacte aard en omvang van de werkzaamheden die eiseres feitelijk heeft verricht. Dit gebrek aan duidelijkheid leidt tot de conclusie dat verweerder niet zonder nader onderzoek kan vaststellen of de werkzaamheden in de functie van medewerker balie beperkt passend zijn voor eiseres, en of de verdiensten representatief zijn voor haar resterende verdiencapaciteit. De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit niet zorgvuldig is voorbereid en niet op een deugdelijke motivering berust. De rechtbank geeft verweerder de gelegenheid om het gebrek te herstellen, met een termijn van zes weken voor het aanleveren van een aanvullende motivering of een nieuwe beslissing op bezwaar. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep.