ECLI:NL:CRVB:2022:383
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van WIA-uitkering wegens schending inlichtingenplicht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. Appellante, die een loongerelateerde WGA-uitkering ontving op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), had inkomsten uit een persoonsgebonden budget (pgb) ontvangen, maar deze niet gemeld aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het Uwv had appellante in 2019 geïnformeerd dat deze inkomsten van invloed waren op haar uitkering en had besloten de WIA-uitkering en de toeslag te herzien, met een terugvordering van € 57.859,82. Appellante stelde dat zij geen reden had om deze inkomsten te melden, omdat zij deze zorg voor haar zoon al vóór de WIA-uitkering verrichtte. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante ongegrond, en het Uwv handhaafde zijn besluit. De Centrale Raad oordeelde dat appellante haar inlichtingenplicht had geschonden, en dat het Uwv terecht de uitkering en toeslag had herzien en teruggevorderd. Er waren geen dringende redenen om van terugvordering af te zien, en het hoger beroep van appellante werd afgewezen.