Uitspraak
8 januari 2021, 20/637 (aangevallen uitspraak) en uitspraak op het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
9 januari 2020 geconcludeerd dat ook op basis van de gegevens uit het psychologisch rapport uit 2012 en het behandelplan van Opsy van 12 november 2013 de belastbaarheid van appellant op de zeventiende en achttiende verjaardag niet is vast te stellen. Hiertoe heeft hij overwogen dat de daarin opgenomen informatie over het verleden van appellant anamnestische gegevens betreffen en dat appellant in de periode tussen 2002/2003 (het zeventiende en achttiende levensjaar van appellant) en 2013 het nodige heeft meegemaakt wat van invloed kan zijn geweest op zijn mogelijkheden, in positieve en negatieve zin. De door appellant ingebrachte gegevens over zijn opleidingsverleden wijzen op problemen tijdens zijn schoolperiode, maar ook daarvoor geldt volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep dat op basis daarvan geen uit ziekte of gebrek voortvloeiende beperkingen zijn vast te stellen in 2002/2003. De Raad kan dit gemotiveerde standpunt van de verzekeringsarts bezwaar en beroep volgen. In het rapport van 29 juli 2022 heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep over het in hoger beroep ingebrachte psychologisch rapport van 28 december 2021 naar voren gebracht dat de daarin gegeven omschrijving van de problematiek in grote lijnen overeenkomt met de problematiek die ten tijde van de eerste beoordeling (verstandelijke stoornis matig tot licht) is vastgesteld en heeft hij geconcludeerd dat de belastbaarheid per de zeventiende en achttiende verjaardag onveranderd niet is vast te stellen. Ook dit gemotiveerde standpunt kan de Raad volgen. Ook hier geldt dat het feit dat door het tijdsverloop geen informatie (meer) beschikbaar is om vast te kunnen stellen of appellant een Wajong-uitkering kan krijgen, voor zijn rekening komt. Het Uwv heeft dus het verzoek om voor de toekomst terug te komen van het besluit van 9 mei 2014 terecht afgewezen.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 3.415,50;
- bepaalt dat het Uwv aan appellant het in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van € 182,- vergoedt.