ECLI:NL:CRVB:2022:270

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
1 februari 2022
Publicatiedatum
9 februari 2022
Zaaknummer
19/1223 PW-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van proceskostenveroordeling in hoger beroep

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 februari 2022 uitspraak gedaan over de rectificatie van een eerdere uitspraak van 7 december 2021, waarin een kennelijke fout was vastgesteld met betrekking tot de proceskostenveroordeling. De zaak betreft een hoger beroep van een appellant tegen het college van burgemeester en wethouders van Midden-Groningen. De Raad heeft vastgesteld dat in de eerdere uitspraak ten onrechte was bepaald dat het college aan de appellant de door hem in hoger beroep betaalde proceskosten van € 1.068,- zou vergoeden. De juiste vergoeding, zoals vastgesteld door de Raad, bedraagt € 748,-, omdat de appellant en zijn gemachtigde niet ter zitting van de Raad zijn verschenen.

De Raad heeft partijen in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op het voornemen om de uitspraak te verbeteren, maar partijen hebben van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. De Raad heeft vervolgens besloten om de eerdere beslissing te herstellen en de proceskostenveroordeling te rectificeren. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

De uitspraak tot rectificatie is gedaan door de meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met G.M.G. Hink als voorzitter en F. Hoogendijk en K.H. Sanders als leden. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 1 februari 2022, in aanwezigheid van griffier R. de Haas.

Uitspraak

19 1223 PW-R

Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 7 december 2021, 19/1223 PW
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van Midden-Groningen (college)
Datum uitspraak: 1 februari 2022

PROCESVERLOOP

De Raad heeft vastgesteld dat zijn uitspraak van 7 december 2021, 19/1223 PW (uitspraak) een kennelijke fout bevat voor zover het de proceskostenveroordeling betreft.
De Raad heeft daarin aanleiding gezien partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over het voornemen van de Raad om de uitspraak te verbeteren. Partijen hebben van die gelegenheid geen gebruik gemaakt.

OVERWEGINGEN

1. De Raad heeft vastgesteld dat in de beslissing van de uitspraak ten onrechte is bepaald dat het college aan appellant de door hem in hoger beroep betaalde proceskosten ten bedrage van € 1.068,- vergoedt. Het te vergoeden bedrag is € 748,-, aangezien appellant en zijn gemachtigde niet ter zitting van de Raad zijn verschenen.
2. De Raad zal de onder 1 vermelde beslissing herstellen door de uitspraak van 7 december 2021 te rectificeren in die zin dat aanleiding bestaat om het college te veroordelen in de proceskosten van appellant in hoger beroep tot een bedrag van € 748,-.
3. Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep rectificeert zijn uitspraak van 7 december 2021 als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door G.M.G. Hink als voorzitter en F. Hoogendijk en K.H. Sanders als leden, in tegenwoordigheid van R. de Haas als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 1 februari 2022.
(getekend) G.M.G. Hink
(getekend) R. de Haas