Uitspraak
20.3773 WAJONG
23 september 2020, 20/638 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Oost-Brabant. Appellante, geboren in 1993, had op 15 juni 2011 een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, die werd afgewezen omdat zij minder dan 25% arbeidsongeschikt werd geacht. Na een herhaalde aanvraag op 15 januari 2019, waarin appellante stelde dat haar situatie was veranderd, heeft het Uwv opnieuw besloten dat er geen recht op een Wajong-uitkering was. Dit besluit werd gebaseerd op een verzekeringsgeneeskundig onderzoek dat concludeerde dat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren die een herziening van het eerdere besluit rechtvaardigden.
De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, waarbij werd vastgesteld dat het Uwv een zorgvuldig medisch onderzoek had verricht. Appellante herhaalde in hoger beroep haar standpunt dat het besluit van 2011 berustte op een onjuiste medische grondslag, maar de Raad oordeelde dat er geen nieuwe feiten waren die deze claim ondersteunden. De Raad bevestigde dat de eerdere medische beoordeling in 2011 correct was en dat de door appellante ingebrachte stukken geen nieuwe informatie bevatten die de eerdere besluiten konden ondermijnen.
De Raad concludeerde dat het Uwv terecht had geweigerd om voor het verleden terug te komen op het besluit van 23 augustus 2011 en dat er geen aanleiding was voor een belastbaarheidsonderzoek of het inschakelen van een deskundige. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.