Uitspraak
21.2115 ZW
OVERWEGINGEN
19 februari 2009 (beëindigen ZW-uitkering). Tot slot is het Uwv opgedragen, indien het tot aanpassing komt van de medische beperkingen, zo nodig, een arbeidskundige beoordeling plaats te laten vinden.
7 juli 2022 heeft gegeven, is nog steeds onvoldoende inzichtelijk onderbouwd waarom de informatie van Mutsaers geen aanleiding geeft om terug te komen van de eerdere besluiten die in het kader van de WAO en ZW zijn genomen. Onvoldoende overtuigend is toegelicht op grond waarvan niet van de beperkingen die Mutsaers heeft vastgesteld in zijn rapport van
23 november 2009, moet worden uitgegaan. Ook na de tussenuitspraak is niet ingegaan op al hetgeen Mutsaers naar voren heeft gebracht over de beperkingen die appellant volgens hem had in zijn functioneren destijds. Zoals door Mutsaers is toegelicht in het rapport van
27 november 2018 en de brief van 12 november 2021 heeft de constatering van aggravatie/malingering geleid tot het verkeerd interpreteren van het niveau van functioneren van appellant, waardoor zijn niveau gunstiger is ingeschat dan het in werkelijkheid was en veranderde de ernstige psychiatrische diagnose van appellant daardoor in persoonlijkheidsproblematiek. Nu door het verlaten van de diagnose van malingering wel moet worden uitgegaan van een ernstige somatoforme stoornis met een persoonlijkheidsstoornis, valt niet in te zien dat er geen aanleiding bestaat tot aanscherping van de beperkingen die appellant in verband daarmee heeft. Omdat eerder de verzekeringsarts bezwaar en beroep en thans de arts bezwaar en beroep met Mutsaers ook uitgaan van deze diagnose, moet worden onderbouwd waarom wordt afgeweken van de door hem daaraan verbonden beperkingen. De opmerking van de arts bezwaar en beroep in het rapport van
22 maart 2022 dat hij twijfels heeft over de juistheid van de inschatting door Mutsaers van de ernst van de beperkingen is daarvoor niet voldoende. Mutsaers heeft immers in het rapport van 23 november 2009, in samenhang met het rapport van 27 november 2018 en de brief van 12 november 2021, uitgebreid onderbouwd hoe hij tot de vastgestelde beperkingen is gekomen. Dat volgens de arts bezwaar en beroep voor het vaststellen van beperkingen een duidelijk beeld van het functioneren nodig is en het onmogelijk wordt geacht de door Mutsaers in 2009 benoemde beperkingen over te nemen voor een arbeidsongeschiktheidsbeoordeling in het verleden is niet overtuigend. Mutsaers heeft immers appellant vanaf 5 oktober 2009 meermalen onderzocht en daarover uitgebreid gerapporteerd. Nu het Uwv er niet in is geslaagd zijn standpunt inzichtelijk te motiveren dat niet kan worden uitgegaan van de door Mutsaers in zijn rapport 23 november 2009 genoemde beperkingen, dient voor wat betreft de arbeidsongeschiktheid van appellant per 1 april 2006, 10 mei 2006 en 17 juli 2007 van deze beperkingen te worden uitgegaan.
BESLISSING
€ 182,- vergoedt.