ECLI:NL:CRVB:2022:213
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete wegens schending van de inlichtingenverplichting in het kader van bijstandsverlening
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De appellant, die sinds 18 april 2013 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand, heeft de inlichtingenverplichting geschonden door geen melding te maken van zijn activiteiten als wildbeheerder en het bezit van meerdere bankrekeningen. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet over de betreffende bankrekeningen kon beschikken. De opgelegde bestuurlijke boete van € 2.127,73 is door het college gehandhaafd, omdat de appellant op geld waardeerbare werkzaamheden heeft verricht en niet alle relevante informatie heeft verstrekt. De Raad heeft geoordeeld dat de boete evenredig is aan de ernst van de overtreding en de mate van verwijtbaarheid. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en het hoger beroep van de appellant is ongegrond verklaard.