ECLI:NL:CRVB:2022:1975
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van het wrakingsverzoek in hoger beroep inzake benoeming van een onafhankelijk deskundige
In deze zaak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Overijssel. De rechtbank had op 5 november 2020 een beslissing genomen in een geschil tussen verzoeker en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen. Verzoeker diende op 15 december 2021 een wrakingsverzoek in, omdat hij meende dat de behandelend rechter ten onrechte geen onafhankelijk deskundige had benoemd voor het instellen van een onderzoek. De Centrale Raad van Beroep heeft het wrakingsverzoek op 29 augustus 2022 behandeld.
De Raad heeft vastgesteld dat wraking niet bedoeld is als rechtsmiddel tegen beslissingen van rechters. De wrakingsgrond van verzoeker was gebaseerd op het feit dat de behandelend rechter geen deskundige had benoemd, maar de Raad oordeelde dat dit niet automatisch wijst op vooringenomenheid. De Raad benadrukte dat een rechter vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. In dit geval was er geen sprake van zodanige omstandigheden.
De Raad heeft het verzoek om wraking afgewezen, omdat de beslissing om al dan niet een deskundige in te schakelen pas na behandeling van de zaak ter zitting kan worden genomen. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 29 augustus 2022.