ECLI:NL:CRVB:2022:1603
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van TOZO-aanvragen en terugvordering van voorschotten door het college van burgemeester en wethouders van Kerkrade
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van TOZO-aanvragen door het college van burgemeester en wethouders van Kerkrade. Appellant, die als ondernemer geregistreerd staat, had aanvragen ingediend voor algemene bijstand en bijstand ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal op grond van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). De aanvragen werden afgewezen omdat appellant onvoldoende gegevens had verstrekt om zijn recht op bijstand vast te stellen. Het college had eerder voorschotten verstrekt, maar deze werden teruggevorderd na de afwijzing van de aanvragen.
De Raad heeft vastgesteld dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn netto-inkomen onder de voor hem geldende bijstandsnorm ligt. De ingediende liquiditeitsbegrotingen en bankafschriften gaven geen duidelijkheid over de financiële situatie van appellant en zijn ondernemingen. De Raad oordeelde dat de bewijslast voor bijstandbehoevendheid bij de aanvrager ligt en dat appellant niet aan deze verplichting heeft voldaan. De rechtbank Limburg had eerder de beroepen tegen de bestreden besluiten ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraken bevestigd. De Raad concludeert dat de hoger beroepen niet slagen en dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.