ECLI:NL:CRVB:2022:1237
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging ontslaguitkering vliegers bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het hoger beroep van een groep vliegers die in beroep waren gegaan tegen de beëindiging van hun ontslaguitkering bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar. De appellanten, allen werkzaam geweest als vlieger bij de Nationale Politie, stelden dat hun ontslaguitkering door zou moeten lopen tot aan de AOW-gerechtigde leeftijd. De Raad oordeelde dat de Regeling ontslaguitkering vliegers Landelijke eenheid (Regeling) op hen van toepassing is en dat de beëindiging van de uitkering bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar niet in strijd is met de wet. De Raad wees erop dat de wetgever bewust heeft gekozen voor deze regeling en dat er geen verwachting is gewekt dat de uitkering zou doorlopen tot de AOW-gerechtigde leeftijd. De Raad concludeerde dat de korpschef niet gehouden was om de ontslaguitkering van appellanten te laten doorlopen tot aan de AOW-gerechtigde leeftijd. De aangevallen uitspraken van de rechtbanken Midden-Nederland, Rotterdam en Den Haag werden bevestigd.