ECLI:NL:CRVB:2022:1157
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WGA-uitkering en zorgvuldigheid medisch onderzoek door Uwv
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op 25 mei 2022 in hoger beroep tegen de uitspraken van de rechtbank Gelderland. Appellante, die voorheen als inpakster werkte, heeft zich ziekgemeld met psychische en lichamelijke klachten en ontving een WGA-uitkering. Na een herbeoordeling in 2014 werd haar uitkering beëindigd omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Appellante heeft sindsdien meerdere keren een WGA-uitkering aangevraagd, maar deze aanvragen zijn door het Uwv afgewezen. De rechtbank heeft de beroepen van appellante tegen de besluiten van het Uwv ongegrond verklaard, waarbij werd overwogen dat de verzekeringsgeneeskundige onderzoeken voldoende zorgvuldig waren.
In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat het medisch onderzoek door het Uwv niet met de vereiste zorgvuldigheid is verricht, omdat zij niet is onderzocht door een geregistreerde verzekeringsarts. De Raad heeft deze argumenten gevolgd en geoordeeld dat het medisch onderzoek in beide bezwaarfases niet zorgvuldig is uitgevoerd. De Raad heeft de aangevallen uitspraken vernietigd en de beroepen gegrond verklaard. Het Uwv is opgedragen de gebreken in de bestreden besluiten te herstellen. Tevens is het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante, die zijn vastgesteld op € 5.313,-. De Raad heeft bepaald dat beroep tegen de nieuwe besluiten van het Uwv slechts bij de Raad kan worden ingesteld.